De drie belangrijkste instellingen voor een robuuste netwerkbeveiliging in huis: WPA3, een sterk wachtwoord en een gastnetwerk.
Log in op de instellingen van uw router (meestal via 192.168.1.1 in uw browser). Zoek naar de beveiligingsinstellingen. Zorg ervoor dat WPA3-Personal is geselecteerd. Als dit niet mogelijk is, gebruik dan WPA2/WPA3 Transitie of minstens WPA2 AES.
Net zoals uw Hoofdwachtwoord, moet uw Wi-Fi-wachtwoord lang en complex zijn. Gebruik een unieke Passphrase die niet geraden kan worden, en sla deze op in uw wachtwoordmanager.
Schakel de Gastnetwerk-functie in op uw router. Dit netwerk geeft bezoekers toegang tot internet, maar blokkeert de toegang tot uw privéapparaten (PC's, NAS, smart-apparaten). Dit is cruciaal voor segmentatie.
TIP: Gebruik een ander, eenvoudiger wachtwoord voor het gastnetwerk, aangezien dit netwerk geïsoleerd is van uw primaire netwerk.